17 Mei. Dienst als op „Engelsche Zaterdag". Uitgelaten vertrekt men met Pinksterverlof behoudens een enkelen harden werker en meerdere financieel zwakke jonkers. 21 Mei. Edoch, lekker is maar een vinger lang! En dus zien we nu reeds de verlofgangers met mis troostige gezichten Henricus weer binnenstroomen. 22 Mei. Gisteren nog „Wein, Weib und Gesang", Vandaag weer sjouwen, uren lang. 24 Mei. De senaat eindigt zijn werkzaamheden met een door het geheele corps zeer gewaardeerd en toegejuicht punt, zijnde de bekendmaking van de toestemming tot het weder dragen van den meesterdegen. Ook het dragen van het meesterteeken op de rechterbovenmouw is toe gestaan. Daarna wordt het corpsbestuur overgegeven aan den voorloopigen senaat. 25 Mei. Het oudste jaar heeft zich weer genesteld in de loka len 17, 18 en 19 voor de „nonstopklosrit" naar de finish. 27 Mei. Nogmaals worden de cadetten dit jaar in hun beste grijze kleeding gestoken voor een belangstellend, buiten- landsch militair. Deze keer is het de luitenant-kolonel Daubeny, Britsch militair attaché te 's Gravenhage, ver- 77

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1930 | | pagina 89