was dan ook moeilijk, vooral toen het officiers-examen naderde, om voor de luttele malen, dat het „Blaasje" moest optreden, de noodige blazers bij elkaar te trommelen. Als van ouds verleenden wij medewerking bij het St. Nicolaasfeest. Blazende, onder den walm van fakkels, die alles deden, behalve licht geven, trokken wij van het „Zuid" Academiewaarts, aan het hoofd der cadetten. De andere gelegenheden, waarbij wij ons lieten hooren, waren de schietwedstrijden van „de Infanterist", het bezoek van Z. E. den Minister van Defensie en bij de in Breda gehouden Ridderdagen. Van onzen beschermheer kregen wij weer allen steun en medewerking en we hopen, dat hij het „Blaasje" nog jaren lang met raad en daad terzijde mag staan. Met het vertrekkende oudste-jaar zijn er weer veel open plaatsen gekomen. Alle hoop is thans gevestigd op de jongste- jaars, die zich in grooten getale hebben opgegeven. De kwantiteit laat dus niets te wenschen overlaten we hopen dat dit eveneens met de kwaliteit het geval zal zijn. Aan U jongste-jaars om dezen wensch in vervulling te doen gaan, hetgeen alleen bereikt kan worden door ernstige oefening. Laat de vrucht hiervan zijn, dat het „Blaasje" het oude peil weer bereikt, zoodat het bij iederen marsch zal prijken aan het hoofd van het Cadettencorps. HET BESTUUR. 94

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1931 | | pagina 104