men warm, maar onze groote Boris stapte dikwijls klapper tandend uit zijn stuurstoel. De vier dagen, dat we uitkwamen, zijn echter zoo ongemeen geanimeerd geweest, dat we het er dubbel en dwars voor over hebben, nog zoo'n trainings tij d door te maken. Onze eerste wedstrijd was die van „Hollandia" in Alphen a/d. Rijn en twee weken later de wedstrijden van de „Koninklijke" in Amsterdam. In Alphen kwamen we uit in het nummer jonge vier A, helaas zonder een prijs te kunnen veroveren. In Amsterdam brachten we een vier en een twee uit, beide jong A. Ook nu hadden we niet veel succes, al wisten we het met de twee in de finale tot de derde plaats te brengen. Volgende keer beter De vier werd bemand doorChristan (boeg), van Horn, Gij bels en Bos (slag), Volkert (stuurman). De twee door: Gij bels (boeg), Bos (slag) en Volkert (stuur man). Bijzonder geslaagd was de tocht naar en van de wedstrij den met de „K. P. T. 10", een zeer gerieflijk „woonschip" van het Korps pontonniers uit Dordrecht, waarop we menig gezellig uurtje hebben doorgebracht, mede door de vaderlijke zorgen van den „Opper" en van den chef-kok, die ons als hun ondervoede zoons behandelden. Tenslotte een woord van welgemeenden dank aan Mr. Pels Rij eken en luitenant Schummelketel voor den steunK dien zij ons verleend hebben bij onze training. We spreken de verwachting uit, dat we in 1931 eenige successen zullen mogen boeken. HET BESTUUR. 115

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1931 | | pagina 125