H. Boelhouwer. S. da Costa.
E. A. Feijtes.
Er zit weer leven in Bintang Timoer. Reeds een paar
weken na den aanvang van het nieuwe cursusjaar kon er
met een vrij goede bezetting opgetreden worden op het bal
van „Quo Vadis". Er werd succes geboekt en dit was voor
de spelers een aansporing om nog intensiever en met meer
spirit te oefenen, zoodat de vereeniging met het assaut in
staat zou zijn een paar stukken te geven. Er was flink
geoefend door de werkende leden, die hun genomen moeite
dan ook ruimschoots beloond zagen. Het sleepende getokkel
der hawaiian-guitaars naast de verleidelijke tonen der
violen met op den achtergrond de melancholieke tonen van
de fluit, rythmisch en melodieus begeleid door ukulélés en
guitaars brachten een eigenaardige bekoring teweeg. De
spelers kunnen met voldoening op dit half uurtje terugzien.
Ook op de ridderdagen liet Bintang Timoer zich hooren
en werden den oud-Indischgasten tijdens den feestdisch
de hun welbekende tonen der krontjongmuziek weer in
herinnering gebracht. Dat dit door de Ridders werd gewaar
deerd, blijkt wel uit het feit, dat er verscheidene malen
met de muziek ingestemd werd en dat na afloop van den
maaltijd verschillende Ridders op het podium kwamen om
ons persoonlijk hun dank te betuigen.
Tot slot kan nog even aangehaald worden de gondelvaart,
die Bintang Timoer in samenwerking met de cadettenroei-
vereeniging georganiseerd heeft, zeer in den smaak viel.
Door het weggaan van het oudste jaar verloren wij een
paar medewerkers, maar gelukkig zijn er onder de nieuw
aangekomenen eenige goede krachten, die de opengevallen
plaatsen kunnen innemen, zoodat de vereeniging hoopt ook
in het komende jaar van zich te doen hooren.
HET BESTUUR.
125
JAARVERSLAG.