't Was na thuiskomst van de nachtoefening van 20 op
21 Mei, dat ik mij, bij het afdoen van de bureaustukken,
betrapte op de op de K. M. A. niet onbekende, doch niette
min verderfelijke neiging tot indommelen. De papieren,
waarop ik mijn aandacht trachtte te concentreeren, schenen
over elkaar te schuiven en werden hoe langer hoe grooter
en plots geleken zij op het rustige oppervlak van een mooi,
breed kanaal, waarover twee smalle bruggetjes waren
geslagen, met jonkers er op, en aan den.kant veel bloeiende
brem en heel veel jonkers, van welke er twee met een
lichten mitrailleur in de lucht schoten in plaats van op de
tegenpartij, en van een brug, die in de lucht zou vliegen
bonks, daar ging iemaar de bonks kwam niet van
de brug, maar van een harden knokkel van Stiphout, die
op mijn deur bonsde en met een gezicht, dat mij visioenen
van den overval van het waterfort op Curagao voor den
geest riep, zeide „de Koningin-Moeder is op het terrein".
Waar? Op de brug! Hm, kort dag, als de onderkant
van je trap 5 m.. van de brug verwijderd is. Hersenflits,
kepi, handschoenen. Sabel aandoen Met al het leerwerk,
gespen, passanten Geen tijdTrap af, handschoenen
onderweg aan en twee tellen nadien meldt zich, juist onder
aan de trap, de Gouverneur van de K. M. A. bij Hare
Majesteit de Koningin-Moeder, om dadelijk daarop door den
toesnellenden particulieren secretaris, reserve-majoor Sixma
Baron van Heemstra, meer formeel aan H. M. te worden
voorgesteld.
138
DE VERRASSING VAN HET KASTEEL
OP 21 MEI 1930.