Vreedzame verrassing van het Kasteel door de Hooge Vrouwe, aan wier liefdevolle zorgen en beleid ons land zóóveel verschuldigd is. Te voet was H. M., tijdens een kort, niet-officieel bezoek aan Breda, slechts door een klein gevolg vergezeld, van de Groote kerk naar het oude kasteel der Oranjes gekomen, en slechts de altijd waakzame, alom tegenwoordige Stiphout had iets bijzonders waargenomen en had mij nog juist kunnen alarmeeren. De sergeant portier had amper tijd om in de houding te gaan staan, de huzaren bij de buiten-manege merkten het kleine ge zelschap op de brug in het geheel niet op. Het zou mij uiteraard niet passen, het gesprek, dat H.M. mij, bij den tocht naar het hoofdgebouw, de eer aan deed met mij te voeren, hier in zijn geheel weer te geven. Slechts zij getuigd van de warme belangstelling, waarmede H.M. naar verschillende bijzonderheden informeerde en waarmede Zij de verschillende blijvende geschenken, die de K. M. A. bij het eeuwfeest heeft gekregen, in oogen- schouw nam. Het was mij o.m. gegeven aan H.M. de licht kroon, waarmede Zij in 1928 de K. M. A. heeft vereerd, voor plaatsing in de receptiezaal, in die zaal nogmaals aan Haar te toonen, waarbij tevens het borstbeeld van Generaal van Everdingen en de mooie schilderijen de bijzondere aandacht van H. M. hadden. Tevergeefs heb ik getracht de aandacht van het cadetten- corps te trekken. Maar het kasteel sliep en liet zich vol komen verrassen. Met uitzondering van Wiebeld, die van uit het raam van de piketkamer onmiddellijk den hem van vorige bezoeken niet onbekenden stoet opmerkte en daardoor den officier van piket in de gelegenheid stelde zijne opwachting bij H. M. te maken, en van een paar 139

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1931 | | pagina 149