Frappant was het wederom, dat na het „délogeeren" het bijna geen enkelen keer meer regende. Ondanks dit waren wij buitengewoon verheugd over de verandering. Eén avond, in de cantine doorgebracht, moet aan de vergetelheid worden ontrukt. Alle korpsen waren vertrokken, en de jonkers waren alleen in de cantine, waar, dank zij de ,,Band" alras een prachtige stemming heerschte. Deze steeg ten top, toen de deur plotseling openging en Drijber, Chattelin en Treffers, in een fonkelnieuw luitenants uniform binnen traden. Een donderend gejuich steeg op en de drie officieren werden dadelijk door onze stemming meegesleept. Gerrit, bijgestaan door „Old Japik" voerden eenige ryth- mische dansen uit, die een klaterenden bijval oogstten. Na een uur kwam plotseling het fantastische idee in ons op om een serenade te gaan brengen aan den kapitein van Straten en den luitenant de Lange voor de officiers- cantine. En zulks geschiedde. Dwars door plassen en overstroomde paden heen werd een weg gebaand naar de officierscantine. De officieren waren wel eenigszins overrompeld, maar toch blij verrast met deze spontane huldiging. Op den terugtocht zorgde „Old Japik" voor een attractie, hij sprong kordaat in een volgeloopen greppel. Of dit uit sportieve neigingen werd verricht, of wel een andere oorzaak had, kon niet met zekerheid vastgesteld worden, een feit is het, dat allen er hun groote waardeering over uit spraken. De meerdaagsche djahat-tocht was de laatste vermeldens waardige gebeurtenis. 143

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1931 | | pagina 153