Des middags werd iemand krankzinnig in onze loopgraaf,
welke tot het meest vooruitgeschoven punt in de derde
divisie behoorde. Het was eigenlijk nog geen loopgraaf,
niet meer dan een kuil, die te klein was voor ons vijven
en die we bezig waren uit te graven. Verscheidene dagen
had ons bataljon om dit punt gevochten, we waren vooruit
gekomen en teruggeslagen, telkens opnieuw. Nu had de
vijand waarschijnlijk nieuwe reserves gekregen, want we
werden plotseling door een overmachtig infanterievuur in
onze bewegingen belemmerd. We werden gedwongen ons
vast te zetten in het terrein, ons in te graven en lang
zamerhand zagen we het geheele gevecht om ons heen ver
stijven. Den geheelen nacht werd het vuur van den vijand
slechts zwak beantwoordwe deden enkele pogingen om
verbinding te krijgen met onze sectie, overigens zat Sacha
met kleine hapjes zijn overgebleven rantsoen op te eten,
Dmitri staarde naar de maan verlichte wolken, die onder den
druk van den Oostenwind voortjoegen, terwijl wij met ons
drieën wat trachtten te kaarten.
Den volgenden morgen begon Dmitri Petrowitch voor
146