Het gevolg was een potsierlijke buiteling en enkele schampere kwajongens opmerkingen. Er behoort nog iets bij, namelijk enkele opmerkingen van Jaap, maar deze finesses wil ik liever achterwege laten. Jaap lag enkele oogenblikken met gesloten oogen op het trottoir. Hij waande zich reeds een engeltje met gouden vleugeltjes, spelende op een harp, vertelde hij mij naderhand. Eindelijk na vele vriendelijke en onvriendelijke woorden kwam het vehikel in een mildere stemming en als twee triumphators reden wij weg. Een ieder mag toch veronderstellen, - dat een flinken druk op de rem in de meeste gevallen beantwoord zal worden door een gehoorzamen stilstand. Neen, lezer, dit vehikel was in de contramine. Mogelijk vergrootte het zijn vaart nog meer. Jaapje was op z'n minst genomen vertoornd hierover. Hij uitte zijn gemoed door een hoogst nijdig gelaat en voelde zich verplicht om met een schroevedraaier, die in den herfst van zijn leven was, de rem te repareeren. Daarvoor moest hij het rechter achterwiel ontleden. Deze ontleding scheen den rechterachterband bijzonder te beval len, want dit werd nog drie maal herhaald op dien dag. Ik vermoed, dat de bewuste koe in het gras staarde, een copieuze maaltijd herkauwend. Het was een witte koe met een bruinen staart, een bruine vlek op den rug en een bruine vlek op den goedigen kop. Het is zeker, dat de koe niets zag van het rollende voorwerp, terwijl dit haar naderde. Toen het contact echter nauwer werd tusschen band en koe, draaide de laatste zich verschrikt om. Met dreigend opgeheven staart rende zij op ons af. Jaap's houding drukte ontzetting uit, zooals hij bij de overblijfselen van het rechter achterwiel stond. Een oogenblik meende ik, dat hij zou gaan futpeeën. De koe bedacht zich, toen zij vlak bij ons was en staarde 154

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1931 | | pagina 164