DAN ZULLEN WkJ CADETTEN
Laat smeulen of woeden
de wereldbrand.
Vergaan tot het Met,
al 't schoone land.
Laat komen, zij allen,
die ons belagen.
Verdrukking of nood,
alle de dagen.
Laat komen het noodlot
en eischen ons bloed.
AVij gaan dan voor Koning
en Land in den doet.
Laat komen, laat komen,
wat het ook zii.
Pal staan wij allen,
vast sluit de rij.
De toekomst zal toonen,
hetzij vroeg, hetzij laat
voor land en voor Koning
zijn steeds wij paraat.
Cadetten, trouw, eendrachtig,
de bloem van het vaderland,
vol warmen gloed en krachtig
houden wij eeuwig stand.
RON.
160