Onbegrijpelijk is het, dat van de vrouwen, die onder de guillotine afscheid namen van hun vroolijk leven en hun geliefd Parijs, Maria de Larcy wel een der minst bekende is. Naast Corday, Roland en al die anderen heeft zij \7eel beroering veroorzaakt, heeft haar dood in vele harten ont roering verwekt, indien we tenminste het hart van dien armen moordenaar Sarrat niet buiten beschouwing laten. In een oud en vergeeld boekje vinden we iets omtrent de geschiedenis van hem en de Larcy. Het vermeldt o.a., dat hij haar zelf voor de Tribunal heeft gebracht en haar daarna tweemaal in de gevangenis heeft opgezocht om haar te redden. Verder vermeldt het wat van het leven van de Larcy, dat rusteloos en gejaagd was, vol tegenstrijdigheden, soms koel en teruggetrokken, soms vol aanhankelijkheid soms een spottende wreede lach, een enkele maal een wonderlijke glans in de blauwe oogen, door tranen beneveld bij de klanken van Gluck's vreemde muziekeen leven, en hier wordt het boekje beslist wat overdreven dat even verdorven zou zijn als dat van Borgia. Bovendien er mag dan iets van waar zijn, haar belang wekkendheid lijdt er niet onder. Wonderlijke vrouw, de Larcy. Spottend, verdorven, geestig en onbaatzuchtig. Gelijknamig aan haar, wie de Parijzenaars eiken Zondag met voldoening hun „Ave" toezongen, kwam er geen woord over haar geestige lippen, dat Parijs niet in beroering bracht, 161 De Terechtstelling.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1931 | | pagina 171