Hij ziet een paar gesloten oogen voor zich, een gestorven gezichtje en een geestigen mond, die voor eeuwig verstild is. Hij ziet de muren van Parijs en bedenkt, wat hij geweest is en wat hij zal worden, één van de heerschers over deze donkere huizen en muren, een ster van de Republiek. Een donker gebouw doemt op en verdwijntweer een donker gebouw, een gevangenis „Maria" fluistert hij „Maria. Wat is dat nu Sarrat, machtige van de Süreté, heerscher van tien gevangenissen en succesvol moordenaar van twintig menschen. Sarrat schreit. Twee dagen later, op een winderigen nazomermorgen, werd madame de Larcy naar de guillotine gevoerd en terechtgesteld in naam van de vrijheid en gelijkheid der menschen en die der Fransche Republiek. Zij werd op haar rustbank gevonden glimlachende in haar slaap. Misschien droomde zij van iets, dat wonderlijk was en onbereikbaar, misschien bleef die droom haar voortdurend bij, haar glimlach bleef bestaan boven de hoofden der menigte, die haar volgde en die zich beheerscht voelde door één gedachte, welke zij alleen meende te haten. Haar wonderlijke blik bleef vreemd en onberoerd en trof tenslotte dien van Sarrat, die bleek en vermoeid stond te wachten. „Dantonburger Danton" fluisterde hij, „heb ik geen gelijk gehad, zij glimlacht, op het moment, dat zij gaat." Dat is geen vrouw, Danton, ik ben blij. dat ik door gezet heb." Danton staarde in de heldere lucht, die over Parijs hing. 169

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1931 | | pagina 179