Dit wordt mijn laatste tocht. Wat ik hier op aarde zocht, Heb ik niet gevonden. Verbroken zijn de banden, die nog bonden. Ik kom niet meer terug. Ik zal vastberaden de brug Tusschen dood en leven overschrijden. Neen, dan zal ik niet lijden Ik dwing dien tocht tot een edel spel, Dat kort zal zijn, maar wild en fèl. De wonden van mijn lichaam zijn genezen, Koud en kalm en zonder vreezen, Heb ik dit doorstaan, Maar steeds weer opengegaan Zijn de wonden van mijn hart. Zij gaven mij een smart Te groot om te verdragen De oogen, die eens in de mijne zagen Zie ik steeds weer in de hooge luchten In mijn allerwildste vluchten, 172

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1931 | | pagina 182