Waarin ik onnoemb're banen mat,
Moést ik nog denken en vergat
Mijn purperen droom en niet
Maar thans is het donker-zware lied
Yan den motor sterker dah de herinnering,
Die steeds mij in haar wanhoop ving.
Nü ben ik waanzinnig-blij,
Nog één momenten ik ben voor eeuwig vrij
S.
173