beetje de kluts kwijt en bij meer dan één raakt zelfs
„Poeter" in de war.
Na deze voorbereidingen kwam de groote dag. Zonder
den kalender van John hadden ze er geen van drieën aan
gedacht. Dien middag waren ze alle drie om half één thuis
en vonden Djempol en Poeter bezig bloemen te sorteeren.
„Heb jij aan de „Vol au Vent" gedacht?" ging Niels een
licht op. Paul had dat natuurlijk glad vergeten. Binnen
twee minuten was hij de deur uit.
Bij den spineutenartist ontmoette hij Niels, die bij een
tante servetten en tafelzilver was gaan halen. „Het is voor
den bakker", verklaarde hij luchthartig „het wordt alleen
een beetje later". Maar dat rekken we wel met de cocktail.
Precies om kwart over acht, toen John nog naar een das'
zocht, die Paul een kwartier van te voren „afgeschreven"
had, kwamen de eerste gasten Vijf minuten later de
eerste cocktail.
En toen werd het opgewekt en heel gezellig en het maakte
op Nikky een geweldigen indruk, dat „Poeter" met witte
handschoenen bediende.
Tegen half tien, onder de tweede cocktail, werd John
onrustig en wist eindelijk de aandacht van Paul te trekken,
die, zich van geen kwaad bewust, met andermans eigen
dommen zat te flirten.
In de verte hoorde het gezelschap John telefoneeren
Niels ving iets op van „Vol au Vent" En begreep.
Eindelijk nadat Paul nog eenmaal dringend getelefoneerd
had, gingen ze in hemelsnaam maar aan tafel. De bouillon
verliep, zooals alle ouvertures verloopen kalm en zonder
overmatig enthousiasme. Vervolgens werd de eend met toe-
behooren opgediend.
176