Dat een weinig gezond pessimisme voor een wedstrijd geen kwaad kan, hebben de legerwedstrijden weer bewezen. Dank zij de vele bemoeiingen van onzen beschermheer, den kapitein Sicherer, en de algeheele medewerking van onzen sportminnenden Gouverneur, die door zijn aanwezigheid bij de wedstrijden, van zijn belangstelling voor onze verrichtin gen blijk gaf, hebben wij voor het eerst met een ploeg aan deze wedstrijden deel kunnen nemen. Hoewel de selectiewedstrijden geen prestaties te noteeren gaven, die ons met veel hoop vervulden, traden wij toch als best geplaatst corps uit den wedstrijd te voorschijn en verwierven daardoor de prachtige zilveren wisselbokaal door de K. N. A. U. beschikbaar gesteld. Zeker niet minder waarde hechtten wij echter aan het bezit van de zilveren medaille door H. M. de Koningin uitgeloofd. Vooral de olympische estafette werd het glanspunt van die dagen. Met 3 min. en 56 sec. sloegen van Renesse, Faber, Maurenbrecher en van Poet eren de 35 overige corp sen. Ook daarmede werd een zilveren medaille gewonnen. Personeele prijzen behaalden nog J. C. Faber, 3e prijs, 100 M. 11.7 sec. H. A. Maurenbrecher, le prijs vijf kamp. J. van Poeteren, 2e prijs, 1500 M. hardloopen met hin dernissen 4 min. 48 sec. De ploeg die, naar wij willen hopen, een begin heeft gemaakt aan een serie overwinningen, bestond uit: Vrind (ploegleider), van Boekhout, van Dun, Faber, van Hootegem, Lamers, Mauren brecher, H. A. van Poeteren, van Renesse en F. G. P. Stucker. Aan het tweede en jongste jaar is het nu, de bokaal, door nog twee overwinningen te boeken, definitief in ons bezit te brengen. Trouwens men verwacht van ons ook niet anders dan een zege op de vertegenwoordigers van de geheele Nederlandsche Landmacht. 85

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1931 | | pagina 95