1 Juni. Het tweede jaar slaat aan het pionieren. Op 't achter terrein verschijnen allerlei mooie gebouwen, uitkijkposten e.d. Yreeselijke balkans worden er geslagen, levensgevaar lijke en wrakke bruggetjes worden gebouwd, barakken met tot rusten noodende baleh-baleh's vervaardigd, kortom allerlei kunstwerken, die getuigen van de artistieke neigingen, verrijzen er. 2 Juni. Het jongste jaar gaat onder leiding van I.G.n pionieren in Gilze-Rijen. 4 Juni. rC'n gaat een bezoek brengen aan het jongste jaar. Met waren heldenmoed bestormen ze in een zaciit-koesterend zonnetje de vestingwerken, door het j. j. aangelegd. 5 Juni. Het j.j. keert weer tot ons. Met een frisch blosje op de wangen komen de jongske's terug. 6 Juni. Het tweede jaar komt tot hun groote blijdschap in den weekdienst. Een van de sergeanten van de week, die ter verduidelijking van zijn functie op de meest fantastische plaatsen met zijn sabeltje rondloopt, wordt met luid gejuich begroet, zoodra hij op de bekende wijze aan tafel iets wil publiceeren. 8 Juni. Het oudste jaar, dat in de eigen oefening behoort te zitten, bewijst, dat het de juiste beteekenis van het woord „afschrijven" begrijpt, getuige de Leeszaal. 98

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1932 | | pagina 116