Onder de kunstschatten, die door den brand op de Kolo
niale tentoonstelling te Parijs op 28 Juni 1931, zijn verloren
gegaan, behooren twee schilderijen, ingezonden door de
Koninklijke militaire academie en laatstelijk gehangen heb
bende in de biljartzaal.
Een dezer schilderstukken gaf een voorstelling van de
bestorming van Djagaraga op 15 en 16 April 1849, vervaar
digd door den heer Hardouin en aangekocht door den Raad
van Verdediging van Nederlandsch Oost-Indië, ten behoeve
van de heldengalerij der Koninklijke Academie voor de
Zee- en Landmacht, gelijk destijds de K.M.A. genaamd was.
De schilderij, waarvan de kosten werden gedragen door
559 officieren van het O.I.L., bereikte op 8 April 1855 de
Academie, vergezeld van een begeleidend schrijven van den
kolonel, voorzitter van den Raad van Verdediging van N.O.I.,
waarin o.m. gezegd werd
De tweede schilderij, vervaardigd in opdracht van den
toenmaligen Gouverneur, kolonel Sabron, en bekostigd uit
151
In Memoriam,
Dat de Officieren van het Indisch leger verzoeken, dat hier minder
gelet worde op de waarde van het geschenk als schilderstukdan
wel op het doel: een gering bewijs te leveren van innige belang
stelling voor de Koninklijke Akademie, van hoogachting voor de
krijgsmakkers, door wier ijverige zorg die Akademie zulke heerlijke
vruchten draagt, van toegenegenheid voor de kadets der Zee-
en Landmagt, die zij overtuigd zijn, dat waardige leden zullen worden
van het Officierskorps, waarvan de leus is
De luister van Oranje Het heil van Nederland