bij order bekend gemaakt hij zich aan drank te buiten
is gegaan.
De herhaalde bestraffing der Kadetten S. en v. K.
schijnt den ondergeteekende mede te moeten beletten
aan hen eenige gunst toe te staan.
J. P. DELPRAT, Kap. Ingr.
Ik ben insgelijks niet voor de herstelling van den
Kadet v. P., noch voor het intrekken der straf van S.
en v. A"., noch ook voor die van Sch. Laatstgenoemde
Kadet in het 2de studiejaar buitengewoon overgeplaatst
moest zich bijzonder goed gedragen, en schijnt echter
na het gebeurde op den 30en December wederom ge
straft te zijn. BOSSCHA.
In alles conform aan het voorstel van Z.Exc.
B.°n yAN BOECOP, Kap.
De ondergeteekende refereert zich aan de bedenkingen
door de Heeren Delprat en Bosscha voorgesteld.
v. DAALEN, Kapt.
4e Bedrijf. Slechts de deugd wordt beloond. (Beslissing
van den Gouverneur).
Dat aan het ingediende verzoek der Kadetten welke op
den 30 December 1.1. zonder permissie over het ijs het
Akademiegebouw hebben verlaten, en bij order van den
31e December nr. 373 daarvoor zijn gestraft geworden,
alleen ten deele gevolg kan gegeven worden en wel
Dat de Kadet Cox wegens anderzints goed gedrag, weder
om als Korporaal zal hersteld worden, en de vergunning
daaraan verknocht zal genieten.
Dat dit met den Kadet v. P. niet geschieden kan, wegens
op den 25 January in het Valkenberg sterken drank gebruikt
156