van de Koninklijke Militaire Kapel zette ons corps de eerste
schreden op het Haagsch plaveisel.
Omstuwd door talrijke belangstellenden zwenkte de colonne
de Lange Poten in en op het Plein had het eerste défilé,
voor Zijne Excellentie den Minister van Defensie, plaats.
Daarna werd in de Bilderstraat gedefileerd voor Z. E. den
luitenant-generaal b. d. G. G. van Everdingen.
Vooral het oudste jaar dat Z. E. nog als Gouverneur had
gekend, achtte zich hoog bevoorrecht aan dit défilé te mogen
deelnemen.
Ruim een uur hierna marcheerde het corps het kamp te
Waalsdorp binnen.
Na het uittreden van het vaandel werden de secties
ondergebracht in de barakken en de orders voor den vol
genden dag bekend gemaakt.
Onze taak voor dien dag was geëindigd.
En met avondpermissie tot half twaalf o heugelijk
feittrok bijna het geheele corps weer naar de stad,
hoewel de formatie belangrijk verschilde van die, waarin het
de residentie binnenkwam.
De schoonste van de drie onvergetelijke dagen brak
vroeg aan.
In den ochtendmist, die zwaar oyer het oefenterrein hing,
verdwenen de dunne grauwe colonnes van aanvallers en
verdedigers.
De eerstgenoemden om de gereedstelling in te nemen,
de laatsgenoemden om de loopgraven te bezetten.
Het was koud en het wachten duurde een eeuwigheid.
Nooit verlangde ons corps zoo naar het begin van een
oefening.
De minuten kropen voorbij.
Eindelijk kwam het blijde bericht, het ging van mond
162