Frans, legt zijn hand op haar arm: „Die zee, zie je die
Loulou „Ja
Ze gaan naar de balustrade en kijken.
„Geloof jij van Henry en Ellvheb je gezien
Frans„Och, ik weet niet
Loulou: „Jij denkt, dat het maar een grap is, hè
Frans„Wat
Loulou„Dat die twee van elkaar houden."
Frans„O, neen, heelemaal niet. Denk je dat ik het
mooiste in het leven, de liefde tusschen twee menschen
betwijfel Ik geloof het besteen beetje onhandig.
Als ik naar die zee kijk
Loidou, leunt over de balustrade: „Kijk eens
Men hoort het gefluister van twee stemmen beneden. Be
stemmen van een jongen en een meisje.
Frans„Waarom wijs je mij daarop?"
Loulou „Och, 't is overal
Frans„Ja, overal
Een zachte muziek klinkt naar buiten door, jazz-muziek
vermengd met lachjes en geroezemoes van stemmen.
Loulou„Zullen we hier dansen
Frans„Hier, op de steenen
Loulou„Ja, waarom niet
Ze dansen. Zij heft haar gezichtje naar hem op, hij kijkt
een beetje verwezen op haar neer.
„Waarom doe je altijd zoo vreemd
Frans„Hoe zoo, vreemd
Loulou „Ja, je doet alsof je onverschillig staat tegenover
het mooiste van het leven?"
Frans „Tegenover jou
Loulou„Frans,Een korte snik volgt, Frans klemt
haar verschrikt iets vaster in zijn armen.
Frans„Loulou toe, dat meende ik toch niet zoo
171