VERLANGEN. Het is zoo onverwacht Ik wist niet, Dat één koele nacht De wereld zoo stil kon maken. Schrijnend is die eenzaamheid. Ik ben te veel met mezelf alleen. Dit is zoo begrensd en toch zoo wijd. Het felle licht doet pijn. Maar een jong onstuimig gebaar, Een paar wonderlijke oogen, Het spel van licht op je wilde haar Heeft nu opeens, mijn eenzaamheid verbroken. S. 182

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1932 | | pagina 208