O V p/vvsersr: Salomé danst. De nacht daalt als een donkere sluier 1 over Jeruzalem, zwoel V en gevaarlijk. De koning is jarig, de menschen vie ren feest en trachten ge lukkig te zijn. Jeruzalem openbaart zich aan den nacht als een verloren stadde koning is beschonken, Johannes in den kerker en Salomé danst. Salomé danst voor het hoofd van den profeet. De wording van dezen dans wordt beheerscht door de onverbiddelijke logica van het lothij is geboren uit de ontmoeting van het oude rijk en het nieuwe, opgebouwd uit schuldig geworden verlangens. Wanneer we, het gebouw van dit drama nader bekijken, dan zien we, dat de vier hoeksteenen gevormd worden door Herodes en Herodias, Johannes en Filippus. 184

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1932 | | pagina 210