Het is duidelijk, dat van dezen, Filippus de zwakste is, want hij is geen koning en geen vrouw en niets anders, dan de echtgenoot van Herodias. En ook Herodias is zwak, omdat ze een liefde zoekt te behouden, die ze niet meer bezit, de liefde van Herodes, den koning, en Herodes is zwak, omdat hij beschonken is alleen Johannes is sterk en verwint hen allen. En Salomé Salomé danst. We zijn dus in het tijdperk, waarin Herodias bemerkt, dat ze haar schoonbroeder en haar koning liefheeft, en als we weten, dat Herodias een vrouw is, die op dit oogenblik niet veel meer bezit dan haar eigen liefde, begrijpen we dat ze niets zal sparen, wat haar daarbij in den weg komt, al was het haar geweten. En het droeve geval wil nu, dat Johannes in dezen tijd het geweten van het volk vormt, en het geweten van Herodias, en dat hij haar gaat vertellen, dat haar verlangen even slecht is, als alle verlangens van alle slechte men- schen. Dus ontwikkelt zich het geval met een bijna wiskunstige zekerheid, want nietwaar, wat is bijvoorbeeld zekerder, dan dat Johannes verdwijnen moet, omdat hij Herodias' liefde in den weg staat. Zij begint met het hoofd van den profeet te eischen, maar ze verkrijgt het niet. De koning is bang, bang voor het smeeken van Herodias, maar banger, veel banger voor de oogen van Johannes. Uit zijn angst vloeit zijn zwakheid voort. Een koning kiest en besluit, een koning marchandeert niet. Maar Herodes was eigenlijk heelemaal geen koning, hij was eigenlijk maar een doodgewoon mensch, een zwak mensch, overgegeven aan zijn wilde, onvruchtbare wenschen. Dus marchandeert Herodes wel. Hij kiest noch Herodias, 185

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1932 | | pagina 211