Appelbol heeft het over stierengevechten en dan laten ze zoo'n mannetjeskoe los Hilariteit onder de aanwezigen. Appel, verontwaardigd„Ja, het is heusch waar." Pionieroefeningen. „Die Baukunst ist eine erstarrte Musik." [Goethe). Centjes-appèl. „Een kinderhand is gauw gevuld/' [Beets). Assaut. „II n'y a pas de vie heureuse, il y a seulement des jours heureux." Op zeker iemand „De leeuw is iemand, die bang is voor niemand." [De Schoolmeester De Br. P. vertelt een variant op het van ouds bekende spruitje. „Het is zwart en heeft gaatjes. Er zitten touwtjes aan Verder gaat het met een veertigmijls vaartje door het water. Wat is het?" „i uopuoqoS ^ooqjo^oui uoo uuu uooqosoodqnj uog;" S. heeft 't over schaatsenrijden. X. „Op Noren S. S.„Neen, in 't Zuiden was het." Ret Blaasje „In mineur." 225 1 I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1932 | | pagina 251