Si Pit vertelt Y.S.S.en mijn broer gleed met zijn flets uit in de sneeuw en de voorbijgaande tram schokte in een van het gelach der inzittenden." (Zulks gebeurt dus niet alleen op de Academie. Red.) Sch. op ziekenrapport. Dr.„Wat scheelt je S. „Ik heb keelpijn dokter." Dr.„Heb je vandaag soms uitrukkende dienst S. „Neen dokter." Dr.„Nu, dan krijg je vandaag vrij van praktijk." Na 't verlof. P. vertelt: „De oude lui zeiden mij, dat het huis geen hotel was." Te laat op appèl. „Coming events cast their shadows before." (iCampbell Eindexamen. „Niets is hopeloos, we moeten op elk ding hopen." {Euripides). BI. na 't paardrijden „Ja, ik kon er niet meer op blijven zitten, omdat ik met mijn voet tusschen de voorbeenen van 't paard raakte, en hij me daardoor uit 't zadel trok." (Een en ander vrij naar het Y.S.S. Red. Een zeker soort witz~ „Wat lacht gij Verander slechts den naam en de geschiedenis geldt U zeiven {Horatius). S. komt zich melden bij den officier van piket, om te vragen of hij naar bed mag gaan, daar hij pijn heeft. 226

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1932 | | pagina 252