Veld versterkingskunst. „Voor versperringen kan men goed Spaansche ruiters gebruiken." (Soms misschien in verband met de griep Op „Sommige menschen studeeren hun geheele leven bij hun dood hebben zij alles geleerd, behalve denken." (Bomer gue). Abonné van SS. „Eigen haard is goud waard." Z. stapt tijdens het kaartlezen in een sloot, die hij niet zag. De luitenant mompelt eenige min of meer onvriende lijke woorden. Z.„Ja luitenant, maar deze greppel staat niet op de kaart aangegeven." Jannie, zijn pudding bekijkend „Er zitten gelukkig geen graten in die visch." Gijs vertelt: „In ons j.j. maakten we een geforeeerden marsch door de sneeuw en bij elke meter, die we vooruit kwamen, gleden we er weer twee terug." Dré„O, dat is die buitengewone gelegenheid waarbij jullie achterstevoren Breda binnenrukten, niet Na groot verlof. „Geen sterveling is ten allen tijde verstandig." (Plinius). Luit. legt de oefening van den volgenden dag uit. Verder gaan we naar de Haagsche Beemden Sombere stem uit de duisternis, van iemand, die plotseling een bekend geluid hoort„Zeker per gezelschapsbiljet, luit?" 282

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1932 | | pagina 258