die ons met raad en daad terzijde heeft gestaan en die ons
steeds wees op de tactiek, die wij moesten toepassen.
Verder het afgetreden Bestuur met onzen voorzitter
van Dun en den secretaris d'Engelbronner.
En dan ook vooral moet de tweede luitenant der genie
K. N. I. L. Hardeman, een van de oprichters van de C. H. C.,
worden genoemd met zijne en onze mascotte.
We eindigen dit verslag met den wensch, dat deze corps-
vereeniging, die in zijn kort bestaan reeds zooveel lauweren
heeft geoogst, op den ingeslagen weg moge voortgaan, dat
nog vele kampioenschappen worden behaald. Maar daarvoor
moeten we oefenen en nog eens oefenen, C. H. C-ers, anders
bereiken we niets. Nu Velocitas niet meer in de competitie
speelt, is het onze beurt om den naam van het cadetten-
corps hoog te houden.
HET BESTUUR.
118