finale moest echter hard getrokken worden tegen Nereüs
en Triton, maar na een eindspurt van ongeveer 400 m.
was de eerste prijs aan ons.
Door de successen van ,de afgeloopen wedstrijden aan
gemoedigd, werd ons van verschillende zijden aangeraden
om ook mede te doen aan de jubileum-wedstrijden van de
Amsterdamsche Studentenroeivereeniging „Nereus". Vooral
onze acht stond in het teeken van aller belangstelling.
We hebben ingeteekend, maar succes bleef helaas achter
wege. De reden hiervan moet gezocht worden in de om
standigheid, dat bijna alle roeiers een week tevoren vier
dagen aan de oefeningen in het kamp van Gilze-Rijen
hadden deelgenomen. Dit komt nu eenmaal niet ten goede
aan de conditie van een race-roeier. Het resultaat is bekend.
Aldus hebben we in 1938 twee prijzen te verdedigen.
Moge het een prikkel tot de uiterste inspanning zijn voor
alle roeiers.
De jonge acht A was bemand als volgtK. A. Plantinga
(boeg), J. A. Vergouwe, F. van der Meij, N. F. P. Franchimont,
H. F. Onderwater, D. ter Brugge, W. Bakker, A. Bos (slag),
T. G. G. Meelhuijsen (stuurman).
De jonge vier A en B bestond uitK. A. Plantinga (boeg),
J. A. Vergouwe, W. Bakker, A. Bos (slag), T. G. G. Meelhuijsen
(stuurman).
De overnaadsche vier uitF. van der Meij (boeg), D.
ter Brugge, H. F. Onderwater, N. F. P. Franchimont (slag),
P. A. Cox (stuurman).
De tocht naar en van de wedstrijden werd gemaakt per
K. P. T. 10, ditmaal met een aanhang-woonschip „de Dirk",
van het korps Pontonniers en Torpedisten uit Gorinchem.
We hebben hierop menig gezellig uurtje doorgebracht. Mede
dank zij de vaderlijke zorgen van den „Opper" en van den
kok, die op alle mogelijke manieren probeerde ons als zijn
139