Onder de vele belangwekkende bescheiden, die te vinden
zijn in onze helaas zoo weinig bezochte en bestudeerde
historische verzameling, bekleedt het manuscript over de
voorvallen in het Kadettenkamp te Teteringen in Juny en
July 1868 van de hand van den toenmaligen „kadet der
kavalerie" Wüppermann, den later zoo zeer bekenden, met
den rang van luitenant-generaal gepensionneerden Inspecteur
van het wapen, een voorname plaats. Niet alleen geeft dit
dagboek een aardigen kijk op het cadettenleven van die
dagen, doch het is bovendien versierd met talrijke goed
bewaarde, met vaardige hand geteekende potloodschetsen,
die een betrouwbaar beeld geven van de oefeningen der
verschillende wapens vóór den oorlog van 1870 en die mede
als costuumschetsen zeer te waardeeren zijn.
Tot goed begrip zij hierbij aangeteekend, dat eertijds het
3e en het 4e studiejaar gedurende 6 weken het thans nog
aldus geheeten „Cadettenkamp" betrokken eerst in 1896
is de detacheering bij den troep voor de practische oefe
ningen in het kamp in de plaats getreden.
Het le en 2e studiejaar bleven gedurende dien tijd te
Breda, waarheen, althans in den tijd van het dagboek, de
in het kamp gelegerde cadetten zich des Zaterdags en Zon
dags mede begaven, o.m. om te zwemmen en voor het
bijwonen van de toenmaals algemeen verplichte godsdienst
oefeningen in de Bredasche kerken.
Nu schijnt het een eigenaardige gewoonte van de oudere
jaars van die dagen geweest te zijn, om bij dezen tijdelij-
ken terugkeer op de Academie de zeep te gebruiken van
161
Uit het manuscript van den cadet
Wüppermann (1863).