2e jaar en weldra klinkt het geschreeuw duidelijk in mijn ooren„Er uit jongens, het 2e jaar bult". Als de wind stoven wij uit de bedden, vlug een paar schoenen en een broek aan en naar de groote zaal. Daar was een woedend gevecht tusschen degenen van het kampeerende personeel, die om elf uur te huis kwamen en het geheele 2e jaar. Deze laatste hadden tegen dat uur een afstraffing voor sommigen verwacht en lagen allen half gekleed onder de dekens, zoodat, toen er een paar half aangeschotenen van het 4e jaar een hunner aanrandden, zij allen tegelijk uit de bedden vlogen en op alles aanvielen wat maar tot de kampjonkers behoorde. Onder deze laatsten waren er sommigen, die van den prins geen kwaad wisten en die het toch spoedig te kwaad kregen met de overmacht van het verwoede 2e jaar. Zooals ik zeide, wij stormden de bedden uit en met alles wat er te vinden was, vielen wij woedend op het 2e jaar in en zeker had er van hen niets terecht ge komen, als niet een oogenblik later de officier van politie met de noodige onderofficieren was boven gekomen en ons gescheiden had. Wij gingen weer naar bed en de surveillance was dien nacht bijzonder streng, doch men kon niet beletten, dat nog velen hun gemoed duchtig lucht gaven. „Zij zullen het weten, die berwe zullen ze leeren gekleed in bed te liggen, het zal ze heugen, het is te erg," enz. enz., waren de uitroepen, die men van tijd tot tijd hoorde opgaan. Eindelijk deed er een het voorstel om het le jaar het regt van het 2e te geven en hem op te dragen het 2e eens flink voor ons af te rossen, daar wij zelf geen gelegenheid meer daartoe hadden. Dit voorstel vond aftrek en den vol genden morgen was het eerste jaar „baar af" en trokken wij weer naar het kamp, nadat er hier en daar nog eenige muilperen gevallen waren. In den loop der volgende week kwamen er dikwijls brieven in het kamp, dat het le jaar 168

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1933 | | pagina 177