Zaterdag half twee. Een groot deel van het Jonkerdom
is natuurlijk met verlof. Er heerscht een ongekende drukte
op de binnenplaats. Een aantal optimisten staat gewapend
en wel aangetreden. „Aangetreden", dus enkele traditioneele
laatkomers komen haastig aangehold, zich beijverend om
alsnog in de buitengelederen een plaats te veroveren.
Neen, het is geen strafexercitie. Die tijd is voorbij. De
„Vierdaagsche" loopers staan gereed voor een trainings-
marsch, d.w.z. zij, die de Vierdaagsche hopen mee te loopen.
Meer dan honderd liefhebbers hebben n.l. „ingeteekend".
De sterkte van het detachement mag niet meer bedragen
dan vier en veertig deelnemers, de officieren inbegrepen.
Een groot aantal zal dus moeten worden teleurgesteld.
Na drie maanden training was het aantal liefhebbers terug-
geloopen tot negentig. Begin Juni zijn er nog zeventig, de
doorzetters, die lieten zien, dat het inteekenen op den
publicator niet voldoende is om „sjors" te zijn, maar dat
het „doen" heel wat meer vereischt. Ieder is benieuwd,
wie van de resteerenden zullen worden uitverkoren. Dan
vernemen wij begin Juni, dat het voorstel van den Gouverneur,
om met een detachement, sterker dan 44 deelnemers, de
K. M. A. bij de vierdaagsche afstandsmarschen te vertegen
woordigen, door den Minister van Defensie is goedgekeurd.
Zoo gebeurde het, dat bij de Internationale afstands
marschen te Nijmegen dit jaar het Korps werd vertegen
woordigd door een detachement van drie officieren en 68
cadetten, het grootste detachement, dat meeliep. Onder de
deelnemers waren een tiental oudste jaars, met de sterretjes
188
De „Vierdaagsche".