reeds op zak. Moreel, als je reeds drie maanden niet meer
aan de trainingsmarschen hebt deelgenomen, als je hoofd
nog vol zit van duffe „kloshokjes", dictaten, oude boeken
en verlovings- en trouwplannen. Het tweede jaar
was sterk vertegenwoordigd, vormde zooals de kapitein
zei de kern. En het jongste jaar Die eeuwige optimisten
waren er ook en ze deden het ditmaal „goed".
Daags voor de marschen verzamelden alle deelnemers
zich in de kazerne van de Koloniale Reserve te Nijmegen.
Op het Molenveld was een groot tentenkamp opgeslagen
voor logies van het meerendeel der deelnemers. De ingang
naar het tentenkamp droeg het opschrift „Willen is kunnen".
Tijdens de marschdagen is ons de beteekenis dezer bekende
zinspreuk eerst duidelijk geworden.
Nog even wil ik melding maken van de „vlaggenparade",
waarmee de internationale vierdaagsche afstandsmarschen
jaarlijks geopend worden. Bij deze vlaggenparade viel het
detachement cadetten de eer te beurt de Koninklijke Land
macht te vertegenwoordigen. De Koninklijke Marine werd
vertegenwoordigd door een detachement van de Koninklijke
Marine, het leger in Nederlandsch-Indië door de Koloniale
Reserve, de andere deelnemende detachementen en ver-
eenigingen door een deputatie.
Zoo brak de eerste der vier marschdagen aan. Het is
niet m'n bedoeling een beschrijving te geven van het parcours,
dat dagelijks moest worden afgelegd. Ik zou dit met den
besten wil van de wereld ook niet kunnen. Ik heb slechts
een herinnering van lange, eindelooze wegen, waar het
zonnetje zoo meedoogenloos branden kon, ik heb een
herinnering van lange dijken de Taaie Dijk heette er
een ik herinner me, dat we liepen, kilometer na kilometer.
184