2-1".
Tijdens het examen in R.I. van het oudste jaar, waarbij
F2 als klasse was ingedeeld en in de meening verkeerde
in de exercitiekunst reeds het volmaakte te hebben bereikt,
stelde het buitenlid van de examencommissie, kapitein De
Groot, voor om tijdens de zomerdetacheering bij de Kolo
niale Reserve eens een wedstrijd te houden op exercitie-
gebied tusschen een klasse cadetten en een klasse aanbevolen
militairen, welk voorstel onzerzijds met enthousiasme werd
ontvangen.
Doch toen we op de Koloniale Reserve aankwamen en
daar zagen hoe keurig die mannetjes exerceerden, werd het
ons bang te moede. "Wanneer we ons niet tot het uiterste
inspanden, zou het een débacle worden. Verliezen zouden
we in ieder geval. Dat stond voor ons vast.
Zoo werd van den aanvang af onze exercitie daarop
gericht, dat we een zoo goed mogelijk figuur zouden slaan.
We kregen een geroutineerd instructeur, die ons de fijne
puntjes van de exercitie bijbracht en we maakten onder
diens leiding uitstekende, vorderingen.
Onder de officieren rijpte het plan om behalve de gesloten
exercitie ook op ander gebied de beide klassen te laten
kampen. En zoo werd het programma uitgebreid met een
athletiek-vijfkamp en een voetbalwedstrijd.
Onze klasse telde verschillende goede athletiekers. Voor
dit nummer behoefden we ons niet ongerust te maken. Bij
het voetballen echter konden we slechts een matig elftal in
208
JJ