goed naar de kali gegaanZonder 't minste geritsel te maken, had Matjan haar tot op eenige meters afstand beslopen. Hij kende de menschen door en door. Zij waren slim/haast nog slimmer dan hij, en hun wapens waren verschrikkelijk, daarvan kon zijn rechteroor getuigen. Maar deze mensch zag er zoo onschuldig uitgebogen en met den rug naar hem toegekeerd, leek ze hem een gemak kelijke prooien hij had zoo'n ontzettenden honger Matjan kroop ineensprong Eenige dagen later vonden de kampoengbewoners de resten van 't lijk; anderhalve kilometer van de plaats, waar Matjan zijn eersten mensch had besprongen. En sindsdien werd Oengaran in diepen rouw gedompeld. Eer een maand verstreken was, waren successievelijk nog twee vrouwen en drie kleine kinderen de prooi van den man-eater geworden. Verscheidene klopjachten waren al gehouden, doch zonder resultaat. De bevolking werd wan hopig. Ook het dessahoofd werd 't slachtoffer. Toen het dessahoofd en de overigen op zekeren dag van een klopjacht waren teruggekeerd, vernamen zij de treurige tijding, dat Matjan, tijdens hun afwezigheid, naar de kampoeng was geslopen en 't zoontje van 't dessahoofd, dat bij 't spelen te dicht het kreupelhout aan den rand van het bosch ge naderd was, onder de oogen van de andere kinderen en eenige, door schrik verlamde oude vrouwen, weggeroofd had. Toen het dessahoofd dit hoorde, slaakte de ongelukkige vader een wilden kreet, sprong van de bendy van den overste op den grond en ijlde, waanzinnig van smart 't bosch in, om zijn zoontje terug te halen uit de klauwen van den wreeden moordenaarDe ontstelde kampoengbewoners durfden geen vin te verroeren als verwachtten zij, dat Matjan zelf in de buurt was. De overste, bleek van ontroering, wendde den teugel en snelde het boschpad op, trachtende 't arme 213

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1933 | | pagina 233