niet meer groeten door den sabelhouw dwars over den mond.
Hoe hij nog leefde en leedMijn broer Victor is dood, en
Gaston, doodgetrapt door het mooie paard wat een
schoone dood
"Wij zien de ellende, en de droefheid, de knappe vrouw
van Gaston, die juist ziek is en hem zoo noodig heeft; en
ik moet het haar zeggen, dat Gaston vertrapt werd,
maar wij huilen niet
„Mon Capitaine, vous pleurez
Guy voelde wat de man wilde, maar niet kon, hij kon
het zelf immers niet. Zij kon het toch alleen?
Zij, Lilian, hoe knap was ze toch, hoe keken haar groote
oogen hem aan „Lilian toch
Maar ze had het gezegd, het ging nietbeter iemand te
trouwen waar je lang mee kan leven, dan iemand die de
oorlog in moest, ver weg, en bijna zeker sterven zou.
Ze zou dan toch twee ongelukkig maken.
Ze was dapper geweest, had ze gezegd, ze had het aan
gedurfd, nu dan.
Guy voelde het; een vrouw moet een man hebben in
de omgeving, die zij verkiest.
Die vrouwen
„Ik zal sterven", dacht Guy.
„Mon Capitaine, vous riez, waarom lacht U
Wij hebben gevochten en bloeden, bijna al onze vrienden
zijn doodgeslacht.
Frankrijk zinkt weg in de modder, verdrinkt in eigen
bloed, en gij lacht.
„Mon Capitaine
Guy wist het waarom. De heele compagnie had gevochten,
als beesten gewoon, haast allen waren gevallen, zij die
getrouwd en bemind waren en hij niet eens gewond.
217