Sport, luxe, overdrevenheid, hartstocht, gemakzucht, de maatstaf, waarmee gemeten wordt, Strijd, oorlog, oplichterij, zwendel, och, wat al niet. En de menschen kenden het niet; ze wisten te veel. De fakkel ging uit. Ik zonk, droomde even en deed m'n oogen open. De aarde in haar elementen vuur, water, lucht, aarde. Ik stond op een brug, de avond was helder en mooi. Het water kabbelde schurend langs de peilers. Geruischloos en snel gleden auto's langs me heen: keu rige toiletten, roode lippen, lachende oogen. Yoor me zag ik een groot gebouw en groote lichten en roode letters: „Carpe diem." Onder de brug klonk een vloek van een schipper. Ik was terug. Nilvar. 232

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1933 | | pagina 252