126 Refrein van den MineursmarscK. We zijn de mineurs van Neerlands leger En blijven trouw aan 't Vaderland. De schop en helm zijn onz' emblemen. Onz' eendracht vormt de hechtste band. Bij défilé, op de parade, Weet ieder als de trom gaat slaan 't Zijn de mineurs, (3 X) Die daar zoo kranig gaan. We gaan naar Zeist om te kampeeren, En voelen ons in ons element. De pikhouweel, de schop en hamer, Zijn onze jongens goed bekend. En als de tijd daar is verstreken, Kost menig afscheid soms een traan: 't Zijn de mineurs (3 X)i Die weer naar huis toe gaan. Met marschmuziek en wapp'rend Vaandel, Valt ons een marschje altijd licht. Het hoofd omhoog, 't geweer aan schouder, Marcheeren wij door 't oude Sticht. De heele stad komt naar ons kijken, Elk meisje blijft bewond'rend staan 'tZijn de mineurs, (bis) j 't Zijn de mineurs, die daar zoo kranig gaan.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1934 | | pagina 138