136
In deze derde en laatste periode van 's Prinsen huisves
ting op het kasteel hernam het leven aldaar, na het sluiten
van het tweede huwelijk van den Prins met Anna van Saksen,
op 25 Augustus 1561, zijn vroeger en gang. De Prinses
vertoefde in hoofdzaak te Breda, de Prins kwam slechts
nu en dan voor kortoren of langeren tijd over. De geschie
denis wijst uit, dat de verhouding tusschen den Prins en
zijn tweede gemalin eenigszins anders was dan die met
Anna van Egmond, zoodat de vraag rijst of het hem niet
aangenaam was tengevolge van de staatszorgen meestentijds
afwezig te moeten zijn.
Deze periode is die van den staatkundigen strijd zonder
wapenen in de hand, gelijk Generaal van Dam van Isselt
haar noemt, de strijd tegen Granveile en het reactionnaire,
verknechtende Spaansche systeem, welke strijd voor den
Prins eindigde met zijn openlijk kleur bekennen aan de
zijde der opstandige Nederlanden, waarna hij begreep zich
elders te moeten vestigen om het verzet te organiseeren.
Voor het kasteel te Breda waren de dagen van luister
voorbij; Oranje werd van zijne bezittingen beroofd en het
kasteel werd door de Spanjaarden bezet. Wel heeft de Prins
er in 1580, na het herstel in zijne bezittingen door het
Gentsche verdrag, voor het laatst nog enkele dagen vertoefd,
doch van een vaste woonplaats te Breda is daarbij geen
sprake meer geweest.
Wanneer wij ons dus den Prins voor oogen halen hoe hij
was en leefde in onze tegenwoordige woonstee, dan zien
wij hem eerst als de opgewekte, blijde knaap zonder zorgen,
zich vlijtig oefenende in alles wat des edelmans was, omringd
door enkele jonge edellieden en een klein gevolg. Daarna
zien wij hem met zijne bekoorlijke gemalin een gastvrij
hof voeren, daarbij zich evenwel meer en meer ontwikke
lende als krijgsman en diplomaat, om tenslotte den moei
lijken en dramatisch en strijd te voeren voor de rechten der
Nederlanden tegen de Spaansche dwingelandy, den strijd
waarin hij zich voor de Nederlandsche zaak zoo onnoemelijk
verdienstelijk heeft gemaakt.
Kunnen wij ons hem indenken over de slotbrug lustig ter