141 Een Droom Met blauwzilver maanlicht als overgoten ligt daar het oude kasteel, een prachtig silhouet tegen den donkeren sterren hemel. Zilverlicht op de binnenplaats maakt van de gaande rijen met zijn diepe schaduwen een spookjesachtig mooi geheel. Stil is het. Doodstil. En het kasteel droomt. Droomt van zijn roemrijk verleden. Droomt van zijn allereersten tijd. Hendrik III, de stichter van het kasteel, geeft een groot feest. Alle aanzienlijke edelen en edelvrouwen des lands zijn tegenwoordig. En het kasteel droomt van die pracht en praal, van pages, van troubadours, in het maanlicht daar onder de gaanderijen. De tijd gaat voort. Hendrik III sterft en vol trots denkt het kasteel nog de eerste te zijn geweest die René van Chalons, Prins van Oranje binnen zijn muren herbergde. René, Prins van Oranje, wiens fiere wapenspreuk: Je main- tiendrai, later het wapen van Nederland zou sieren en een richtsnoer werd voor alle latere Oranjes. Dan komt een glorietijd voor het kasteel. Willem van Nassau, Prins van Oranje, doet er zijn intrede. Bange dagen, die de 80-jarige krijg voorafgaan, komen nu. Weer doorleeft het kasteel die spanning. Het compromis wordt er gesloten en ook het smeekschrift der edelen wordt er opgesteld. De 80-jarige oorlog begint. Het kasteel valt in handen der Spanjaarden. Doch de Nassau's geven hun bezitting niet prijs. Met vreugde ziet het kasteel het geluk ken van de list van Adr. van Bergen. Het turfschip wordt binnen gehaald en de Prinsenvlag wappert weer van zijn toren. Oranje trekt weer in het kasteel. Dagen van strijd komen weer. Spinola slaat het beleg voor Breda en verovert het. Doch niet lang blijft het in Spaansche handen. Prins Frederik Hendrik herovert Breda en daarna blijft het kasteel voorgoed in handen der Oranjes. Verschillende Oranjes volgen elkaar op en de dagen van strijd zijn voorbij voor het kasteel. Doch opeens nadert uit het zuiden een leger. Krijgsgezang klinkt. De Franschen komenHet kasteel komt onder Fransche overheersching.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1934 | | pagina 155