145 De herinneringen aan de herdenkingen van de verdediging van de citadel van Antwerpen zullen allen, die bij de herdenkingen tegenwoordig waren, nog versch in het ge heugen liggen. Allen hebben we geschaard gestaan om de laatste rustplaats van de dapperen, die voor de eer van het vaderland hun leven lieten. Zoo stond ook het cadetten- korps geschaard rond het geopende graf van het stoffelijk overschot dezer dapperen, bij de plechtige bijzetting op 27 October 1875. Het was bij deze gelegenheid, dat Mr. R. J. Graaf Schimmelpenninck, Grootmeester van het huis des Konings, die de lijkrede hield, zich tot de cadetten richtte met de woorden „Maar ook tot U in het bijzonder jongelingen, die het voorrecht hebt U te mogen voorbereiden tot de edele taak der verdediging van Uw vaderland, ook voor U hebben de dooden een woord, ook tot U klinkt een stem uit dit geopend massagraf. Zij roept U toe: O gij, die hier ons graf bewaakt en die bestemd zijt eenmaal den Nederlandschen krijgsman door Uw voorbeeld en door Uw gezag voor te gaan en te leiden op het pad van eer, vergeet ook gij ons niet en volgt ons steeds op den met ons bloed gedrenkten weg van getrouwe plichtsbetrachting tot in den dood. Ziet op het voorbeeld, dat U door ons gesteld is, opdat ook gij eenmaal maar gelukkiger dan wij tot een roemrijk voorbeeld moogt gesteld worden voor het nageslacht." Door het leggen van een krans op 30 November 1982 op de laatste rustplaats der gesneuvelden, heeft het cadetten- corps te kennen gegeven, dat bovenstaande wroorden ook door de huidige generatie begrepen zijn. S.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1934 | | pagina 159