146
De Herdenking Tan hel eeuwfeest van Prins
Willem van Oranje op de Koninklijke Militaire
Academie.
Het ligt niet in mijn bedoeling een uitvoerige verhandeling
te schrijven over „De Vader des Vaderlands". Dan verwijs
ik u naar de vele werken, die reeds geschreven zijn om
door alle eeuwen heen eerbied en liefde af te dwingen
voor Hem, die zijn geheele leven heeft gewijd aan en ge
offerd voor „de nationale saeck".
Maar het is mij een groot voorrecht te mogen schrijven
over de wijze waarop de Koninklijke militaire academie
de grootste van al haar bewoners heeft herdacht. En wij,
cadetten, die deze herdenking met hart en ziel hebben
meegemaakt, hebben op dezen dag sterker dan ooit de
banden gevoeld, die de Koninklijke militaire academie met
den Stamvader van ons doorluchtig Vorstenhuis binden.
Als wij onze oogen opsloegen naar het lauweromkranste
schilderij van den Grooten Zwijger, dan maakte deze dag
het levend en was het alsof deze Figuur uit de historie
herrees, als een loutering voor het geslacht van den nieuwen
tijd en was het alsof de 16de eeuw de 20ste eeuw de hand
reikte, beseffende haar verwantschap van moeilijke tijden.
Wij schrijven aldus 2 Mei 1933. De voorbereidingen voor
dezen dag waren vele geweest en meermalen hadden wij
nieuwsgierig gekeken naar een houten dekplaat, waarachter
naar ons gezegd werd, de gedenksteen was ingemetseld,
die op den herdenkingsdag onthuld zou worden. Een fijne,
decoratieve versiering van de binnenplaats kwam tot stand
onder de bekwame leiding van leeraar Venker en vroolijk
wuifden de bloemen, bewogen door een nog ietwat kouden
voorjaarswind.
Wij hadden ons 's morgens allen in het zwart gestoken en
beijverden ons om ook een steentje bij te dragen, door o.a.
te zorgen, dat alles keurig aan kant was en Henricus ook
van binnen in een volmaakt ordelijken toestand verkeerde.
Langzamerhand stroomden de genoodigden het Academie-