opgewonden stemmen, hier een handdruk, somwijlen gevolgd
door een veelzeggenden blik, ginds een vluchtigen groet en
de dames, met den bontkraag hoog öp, werden door de
heeren naar de auto's geleid.
Nog een oogenblik, en daarna bood het vereenigingsgebouw
nog slechts een troostelooskillen aanblik.
„Dit bal behoort ook al weer tot het verleden, Nora," zei
Frits, toen hun auto wegreed. „Ja," antwoordde Nora,
„ohja, voordat ik het vergeet, nog wel bedankt voor je
uitnoodiging, hoorIk heb een reuzen leuken avond gehad.
Wat is Wim een lollige vent hè En hoe vind je Henk
Wat zag Tine er snoezig uit, in 't blauw, vind je ook
niet? En anders Karei. Wat is dat wat je noemt een fijn
type, zeg. Op en top heer. Ik vind hem charmant!" Opge
wonden praatte Nora door, vol van alles wat ze dien avond
had doorleefd.
De auto remde krachtig. Frits hielp haar bij het uitstappen,
een vluchtige handdruk en weg was ze.
„Chauffeur, Van Dillenburglaan 12" en weinige minuten
later was ook Frits terug op z'n kamer. Nog even schakelde
hij z'n radiotoestel in. En opnieuw weerklonk de gejaagde
jazz-muziek, de muziek welke zoo geheel en al het jachten
van dezen tijd weergeeft, een barometer van onrust en
onevenwichtigheid.
Zacht kabbelen de golfjes van de uitgestrekte zee.
Het bootje glijdt voort over de oneindige blauwe diepte.
Als een streeling zucht een zuidenwind over den zilverspiegel.
Een meeuw zweeft over het water en dompelt zich in het
nat, en stijgt weer op, wuivend.
De beide menschen in het bootje zwijgen, laten zich gaan
op het droomenspel hunner fantasie, wiegend en deinend.
De zon daalt, gaat bijna onder. Een purperen gloed zinkt
over het water, waarin de laatste zonnestralen zich weer
spiegelen. De schemering valt en hult alles in een waas
van donkerblauw. Alsof de natuur alle onreinheid met een
mantel wil bedekken.
MENUET.