Uit de kerk klinken de eerste orgeltonen. De kinderen
strooien bloemen.
Een machtige koraalzang verheft zich
Naast elkaar schrijden zij naar voren en knielen voor 't altaar,
om elkander de belofte van eeuwige trouw te geven.
's Avonds weerklinken in het vereenigingsgebouw weer de
jubelende tonen der jazz. Alles is in afwachting
Daar komen ze, en onder gejuich wordt Nora en Frits
binnengeleid. De band speelt de „Hochzeitsmarsch" en met
het bruidspaar aan het hoofd wordt de polonaise gedanst.
Afwisselend speelt de band weer het jachtende, niets-ontziende
rythme en lieflijke melodiën.
Droomerig staren Nora en Frits over den rand van het balcon
naar de zee. En hun gedachten gaan terug naar langen
tijd geleden
„Herinner je je dat roeitochtje nog?" vraagt Frits. „Ja,
jongen!" Ze sluit hem den mond met een kus, alsof zij
wil voorkomen dat ook andere herinneringen worden opge
haald, herinneringen welke haar nog dikwijls pijn doen.
Gearmd treden ze de balzaal weer binnen en mengen zich
onder de dansende paren. Schertsend vraagt Karei, waar
ze geweest zijn, en Nora antwoordt, met een hoogrooden blos
op haar gelaat.
Het bal duurt tot diep in den nacht. De feeststemming heeft
allen zóó gepakt, dat zij van geen eindigen willen weten.
En steeds wilder wordt het rythme, steeds stijgend de
feestroes
Bij het aanbreken van den morgenstond wandelen Nora en
Frits langs het strand naar huis.
Twee duiven trippelen voor hen uit, het mannetje pronkend
voor het vrouwtje
Dan sluit Frits Nora in z'n armen
En voortaan zijn hun levens één, behooren zij voor eeuwig
bij elkander. Maart 1933.
CAYELLO.