168
slot van zijn koffer, die hij ineens in zijn handen heeft. Die
springt natuurlijk open en alles valt over den grond. Maar
dat kan hem niet schelen, ze zitten hem op de hielen
Dan stormt hij door het Valkenberg. Achter zich ziet hij
al zijn achtervolgers, met hoopen sterren op hun kragen,
steeds meer menschen en steeds meer sterren. Ze vallen
over den inhoud van zijn koffer, en het wordt één groote
kluwen, een warboel. Eindelijk is er alleen nog een groote
bal van sterren, die dreigend achter hem aan rolt, en daar
bovenop staat de wachtcommandant en schiet, schiet als
maar, en de kogels fluiten om zijn hoofd. Alle burgers om
hem heen vallen dood, maar hij moet alleen maar denken
aan de mooie rechtszaak, die dat zal opleveren en rent
voort. Natuurlijk moet de trein net voor zijn neus wegrijden,
maar hij holt er achteraan en springt er in. Hij is weg,
hij is met verlof, of liever zonder verlof met verlof! Hij,
Volmers, is niet te vangen
Hij feest zijn verlof uit, hij leeft en maakt plezier, hij
doet wat hij wil, en niemand hindert hem. Hij mag alles,
niets bindt hem. Leve de vrijheidZondagavond keert hij
terug en niemand vraagt hem iets bijzonders.-Niemand kijkt
gek op, dat hij toch met verlof is geweest. Maandagmorgen
moet hij bij den officier van piket komen en krijgt een
complimentje over zijn kranige wijze van vluchten. Die
geeft hem een stevigen klap op zijn schouder
„Hé, stakker, of je er uit wilt?"
Naast hem staat de wachtcommandant, die hem zoo juist
wakker maakte met een stevigen klap op zijn schouder.
„Waar was hij dan, wat deed hij dan?"
Langzamerhand dringt de waarheid tot hem door; het is
nog steeds Zaterdagmiddag en zijn verzwaard is afgeloopen
voor enkele uren. Hij rekt zich uit en geeuwt met dikke,
slaperige oogen. Heerlijk was dat verlof! Hij is nu lekker
toch met verlof geweest. Alleen maar jammer, dat hij nu
toch zijn tijd nog moet uitzitten, en dat het niet in werke
lijkheid Maandagmorgen is. Hoe kon hij toch zoo dwaas
droomen, en hij schoot onwillekeurig in een lach, om die
groote bal van sterren en dien razenden wachtcommandant