172
't Was zijn laatste Assaut maar het was zijn mooiste
geweest. Dat kon hij zijn heele leven niet meer vergeten.
Wat er allemaal gebeurd was, wist hij niet meer, hij had
geleefd in een grooten feestroes, gejuicht en gejoeld, gedanst,
gelachen, alles, alles wat hij maar wilde. De laatste avond
had het hoogtepunt gebracht. Hij had nooit zooveel mee
gemaakt, enhij had zich verloofd!
Henk Yolmers zat in 't oudste jaar, en de tijd schoot hard
op. Hij werkte zoo hard hij kon! Hij was ineens fanaat
geworden. Hij kloste reglementen en kiende taktische
oefeningen heelemaal tot in de puntjes uit. Wat hem
eigenlijk bezielde, hij wist het zelf nietHij kon ten langen
leste zijn examen niet meer afwachten. Was het maar
vast zoover, dan was hij tenminste van die ellendige zenuw
achtige spanning af. Hoe meer hij werkte, hoe meer leemten
hij in zijn kennis ontdekte en dat kon hij niet hebben.
Het werd hem te gek en hij geloofde het verder wel. Hij
zakte immers toch! En met een heerlijk gevoel van luiheid
strekte hij zich uit in het gras van de batterij, om eens
lekker in het zonnetje te bakken.
Spoedig bewees een regelmatige ademhaling, dat er iets
was gebeurd, dat in zulke omstandigheden niet vreemd
te noemen is
De examenzaal vol zweetende candidaten
Henk voelt zich vreeselijk gemarteld door een geweldige
hoeveelheid examinatoren. Één ding werkt fascineerend
ze hebben allemaal sterren op hun kraag, alweer die sterren,
die verdraaide sterren, die hij zoo graag zou willen hebben
en die hij nu haast gaat hatenZe blinken hem tegen,
steeds meer ziet hij er. Tenslotte ziet hij niets anders meer
en raakt hij er geheel door verblind. Hij zegt niets meer,
hij weet niets meer, hij staart alsmaar naar die sterren
Maar eensklaps gaan ze leven, ze minderen net zooals toen
in dien gekken droom. Maar dit was geen droom, nee dit was
werkelijkheid. Hij zag het toch duidelijk met zijn eigen
oogen. Ze minderen alsmaar, ze vallen en loopen van de
kragen af, en daar groeien steeds nieuwe, als waterdruppels