Oude Vrijgezel.
175
Door de radio klinkt in het begin van
den nacht
Een diepe vrouwestem, vermanend en zacht
Ik heb geluisterd, sigaretten gerookt
Herinneringen hebben door mijn hoofd
gespookt.
De radio heb ik uitgedaan
En voor dien nacht de flesch laten staan.
Jeugd, diepte, een vrouwestem,
Ach-oude dwaze die ik ben.