MOMENT ASTUBLIEFT. De herfstwind waait, Een geel blad draait Langzaam vallend neer. Zoo gaat ook weer een mensch op dit moment. Och, wij zijn het immers al gewend; Als wij maar leven kunnen Stampvolle kroeg, zingende mannen, Oplaaiend gelach, klinkende kannen. De tijd tuimelt voort, de stemming stijgt steeds, Verweg klinkt een gebed. Het eind nadert reeds. Thuis komt de man, meer drank dan man Steunend op den deurknop,zijn handen klam. Binnen ziet hij: er is bezoekfgeweest. Ook magere Hein heeft meegefeest. 201

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1934 | | pagina 217