203 hij weer beginnen. En dan, hij hoopt het, daar zijn leven te mogen eindigen. Daar temidden en toch aan het einde van zijn werk. De eenzaamheid was hem toch te zwaar, en nu heeft hij nog de gedachte aan het werk, dat hem wacht. Maar hoe, als hij weer terug moet, afgedankt, onbruikbaar, nutteloos. Neen, dat niet! Hij is klaar, klaar voor het laatste vertrek, hij behoeft geen waarschuwingen meer, hij is klaar, klaar voor 't afscheid. En dof, maar verlokkend en zoet brult het geluid zijn eerste waar schuwing in de lucht. En daar die jongen. In den bloei van zijn jeugd. Op zijn gezicht leest men hoe zwaar deze oogenblikken hem vallen. Afscheid, afscheid voor hoe lang misschien van hen, die hem oneindig lief zijn. Zijn ouders, zij gaan terug, terug naar zijn vaderland, terug naar Indië en hij moet achter blijven. Alleen. Studieredenen heet dat. Maar als een grijze onoverkomelijke tijd ziet hij de eenzame toekomst. Alleen, alleen hier in dit vreemde land. Geen liefhebbende zorgende personen om hem heen. Alleen moet hij nu verdiend zijn weg zoeken. Alleen zonder steun. En voor hem roept het geluid slechts een doffen somberen toon. Afscheid Weg AlleenDreigend, dreigend voor de toekomst. Droevig, droevig voor 't vergane verledenAfscheid! En hij daar, voor hem is het vroolijk. Hij lacht om dreiging en droevigheid. Toch voelt hij het even. Dreigend zwelt voor de laatste maal het geluid aan. Maar dan verheldert zijn blik weer. Want hij ziet zijn toekomst voor zich. Zijn nieuwe werkkring, zijn loopbaan wacht hem. En alles wat hij liefheeft. Zijn kennissen, zijn ouders en misschien nog iemand. Voor hem zit geen droevigs in 't plotseling afbre ken van het geluid, naar het dreigende, noch droevige is zijn gedachte gericht. Neen vroolijk, hoopvol klinkt het hem. Het lokt, het belooft en spiegelt voor. Hij glimlacht. Ja, vertrekken, vlugVlugger. Hij kan niet meer wachten. De toekomst roept. En nog éénmaal verheft het geluid zich. Het parelt op, het zwelt aan, sterft weer weg en met een laatste juichende kreet, breekt het af. Het vertrek.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1934 | | pagina 219