219
van de tangsi, van de hoofdmacht, van de militaire sociëteit
Zal hij dat nooit terugzien
Hij kan zich niet langer goed houden. Gaat naar z'n moeder
en huilt bij haar z'n verdriet uit. Arme moeder, wanneer
zie ik je terug.
Z'n vader troost hem. Herinnert zich z'n eigen verdriet
toen hij naar Holland moest, nu 28 jaar geleden. Voor
moeder is het het ergst. Zij zal haar jongen thuis missen.
Stil zitten die drie menschen bij elkaar. Stil verdriet over
het komende afscheid.
Steeds door valt de regen. Geeft een wonderlijk gevoel van
rust, doch ook van diepe weemoedigheid.
S. M,